chemische technologie Flashcards

1
Q

wat is een stof

A

scheikundige verbindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn preparaten

A

mengsels of oplossingen van meerdere stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar staat ARAB voor

A

algemeen recht op arbeidsbescherming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn ontplofbare of explosieve stoffen

A

deze kunnen bij aanraking met een vlam of door stoten en wrijvingen , ontploffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn oxiderende stoffen

A

stoffen die in aanraking met andere stoffen , met name ontvlambare stoffen, sterk exotherm reageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vertel alles wat je weet over ontvlambare stoffen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vertel alles wat je weet over giftige en schadelijke stoffen (opname er van )

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat betekent LD 50

A
  • lethale dosis : de dodelijke dosis van 50% van de proefdieren die de proef ondergaan hebben.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat betekent LC 50

A

lethale concentratie: de dodelijke concentratie in de atmosfeer aanwezig voor 50% van de proefdieren die de proef ondergaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn corrosieve stoffen

A

bijtende stoffen: stoffen die bij aanraking van levend weefsel een vernietigende werking uitoefenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

irriterende stoffen

A

stoffen die door langdurige of herhaaldelijke aanraking met de huid of slijmvliezen een ontsteking kunnen veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke gegevens bevatten een etiket

A
  • naam van de gevaarlijke stof
  • specifieke gevaaraanduidingen en hun corresponderende symbolen
    -H zinnen: geven de risico’s weer
  • P zinnen: geven tips om de risico’s te vermijden
  • naam van de fabrikant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat moet je zeker vermijden bij gevaarlijke producten (3)

A
  • inademen
  • contact met huid en ogen
  • het inslikken er van
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

som een reeks hulpmiddelen op die je gebruikt in het labo (6)

A

-veiligheidsbril
- handschoenen
- labo jas
- zuurkasten
-veiligheidsscherm
- borstel en blik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

som de doe-voorschriften op (16)

A

-lees de etiketten en de risico’s
- snuiven door met de hand de lucht te verplaatsen en niet rechtstreeks met de neus aan de fles
- neem de fles nooit aan de hals maar aan de buik vast
- giet vloeistoffen uit langs de kant tegenovergesteld aan het etiket
- sluit na gebruik steeds de recipiënten die producten bevatten
- pipetteer nooit met je mond
- giet nooit water in zwavelzuur maar wel langzaam zwavelzuur in water
- houd de opening van de proefbuis steeds weg van het lichaam
- sluit een proefbuis nooit af met de duim om te mengen
- verhit een brandbare vloeistof nooit boven een open vuur
- verwarm een proefbuis nooit aan de onderkant
- verwarm aan de vloeistofwand en verdeel de warmte homogeen
- eten, drinken en roken is verboden in het labo
- werk in het labo nooit met juwelen, ringen of piercings
- vermijd het gebruik van cosmetica
- lange haren dienen zorgvuldig samengebonden te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waar worden de chemicaliën opgeslagen

A

de productenkast, gifkast, de kast met zuren, de kast met basen en de brandvrije kast

17
Q

hoe werk je veilig met glas

A
  • rond scherpe kanten van doorgesneden glas af door gloeien
  • bescherm de handen met een doek bij het schuiven van een glazen buis
  • zorg voor voldoende ondersteuning
  • voorzie bij het klemmen van glaswerk steeds kurk of rubber tussen metaal en glas
  • verhit glas gelijkmatig
  • vermijd te snelle opwarming
  • verwijder gebroken glas onmiddelijk op een gepaste wijze in een speciale glasafvalbak
18
Q

uit welke onderdelen bestaat de vuurdriehoek

A

-zuurstof
- brandbare stof
- ontbrandingstemperatuur

19
Q

mogelijke brandoorzaken

A
  • verspreiding van brandbare dampen en gassen
  • verkeerd gebruik van de bunzenbrander
  • breuk van flessen of ander glaswerk
  • niet aangepast elektrisch materiaal
  • verkeerd gebruik van gastoestelen
    -statische elektriciteit
  • vonken van schakelaars
20
Q

som de brandbestrijdingen op

A
  • blusmethoden: het weg nemen van de brandbare stof, het reduceren van het zuurstofgehalte, afkoeling en het inhibitie-effect: een chemische stof die de verbrandingsreactie afremt
  • blusmiddelen: een snelblusser en een branddeken
21
Q

som de 4 klassen van de branden op

A
  • klasse A: branden van vaste stoffen, droge branden genoemd
  • klasse B: branden van vloeistoffen, vette branden
  • klasse C: gasbranden
  • klasse D: metaalbranden
22
Q

geef uitleg over een snelblusser met ABC-poeder

A

geschikt voor branden van de klasse A,B en C
- voordelen: niet giftig en elektrisch niet geleid
- nadelen: hoge kostprijs en het fijne poeder kan meettoestellen beschadigen

23
Q

geef uitleg over een C02- blusapparaat

A

geschikt voor branden van de klasse B en C
verdringen van de zuurstof
- voordelen: elektrisch niet geleidend en niet corrosief
- nadelen: doeltreffendheid is kleiner en werkt niet op klasse A branden

24
Q

geef uitleg over muurhaspel met axiale voeding (water)

A

water: afkoelen van de brandende stof , uitstekend op branden van klasse A, niet geschikt op branden van klasse C en gevaarlijk op branden van de klasse B en D
- voordelen: goedkoop, onbeperkt voorradig en groot koelingseffect
- nadelen: gevaarlijk op branden van de klasse B en Den elektrocutiegevaar