chemin Flashcards
la poste
de post
la mairie
het stadhuis
le supermarché
de supermarkt
l’office de tourisme
het bureau voor toerisme
une/ l’église
een/ de kerk
la gare
het station
la boulangerie
de bakker
le tabac
de tabakswinkel
le restaurant
het restaurant
le musée
het museum
le cinéma
de bioscoop
la piscine
het zwembad
un/ l’hôpital
een/ het ziekenhuis
la pharmacie
de apotheek
la banque
de bank
la bibliothèque
de bibliotheek
la librairie
de boekhandel
le stade
het stadion
la boucherie
de beenhouwer
traverser
oversteken
aller/ marcher
wandelen
à votre gauche
op uw linkerkant
à votre droite
op uw rechterkant
prendre/ tourner à gauche
naar links gaan/ draaien
prendre/ tourner à droite
naar rechts gaan/ draaien
continuer tout droit
blijven rechtdoor gaan
au bout de la rue
op het einde van de straat
passer devant la post
voorbij de post lopen
devant
voor
derrière
achter
à côté de
naast
à face de
tegenover
entre
tussen
à droite de
rechts van
à gauche de
links van
c’est tout près
het is dichtbij
c’est assez loin
het is redelijk ver
le carrefour
het kruispunt
le square
het parkje/ plein
puis
daarna, vervolgens
ensuite
daarna, vervolgens
voudriez-vous m’expliquer où se trouve la poste
zou u mij willen uitleggen waar ik de post kan vinden
vous pourriez m’indiquer le chemin
zou u mij de weg kunnen wijzen
auriez-vous un plan de la ville s’il vous plaît
heeft u een stadsplan alstublieft
j’aimerais savoir où est le commissariat
ik had graag willen weten waar het politiebureau is.
tu voudrais m’expliquer où se trouve le commissariat
wil je me uitleggen waar ik het politiebureau vind
pouvez-vous me dire où se trouve le supermarché
pourriez-vous me dire où se trouve…
kunt u mij vertellen waar de supermarkt is
tu peux me dire où se trouve le cinéma
tu pourrais me dire où se trouve…
kun je me vertellen waar de bioscoop is
j’aime savoir où est l’hôpital
j’aimerais savoir où est…
ik wil graag weten waar het ziekenhuis is
tu as cinq euro pour le parking?
tu aurais cinq euro pour le parking
heb je 5 euro voor de parking
