Begrippen §2 t/m 5 Flashcards
Asielzoeker
Vluchteling die in het land waar hij zijn toevlucht heeft gezocht, een aanvraag tot verblijf heeft ingediend.
Autonome regio
Regio in een land met zelfbeschikking over bijvoorbeeld onderwijs, belastingen of de politie.
Autoritair regime
De macht in een land ligt bij één persoon of een kleine groep.
Babyboom
Opmerkelijk groot geboortecijfer in een bepaald jaar (geboortegolf).
Burgeroorlog
Conflict tussen bevolkingsgroepen binnen de grenzen van een land.
Etniciteit
De indentiteit van een volk.
Failed state
Een staat met een overheid die vrijwel geen controle heeft, overal is corruptie, misdaad en economische chaos, veel mensen zijn op de vlucht.
Genocide
Vernietiging van een volk, ras of een groep mensen of een poging daartoe.
Gewapend conflict
Een aanhoudende strijd waarbij in een jaar minstens 25 doden vallen.
Internationaal Strafhof
Strafhof dat genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden berecht.
Internationaal conflict
Conflict dat zich tussen twee of meer staten afspeelt.
Jeugdbult
Een groot aandeel van 15- tot 29-jarigen in de bevolking.
Nationalisme
Een volk streeft naar onafhankelijkheid en het stichten van een eigen staat.
Natuurlijke hulpbronnen
Rijkdommen die van nature voorkomen in of op de aarde.
Ontheemd
Aanduiding voor een vluchteling die in zijn eigen land blijft.