Basics terms IT Flashcards

1
Q

Agile

A

Agile is een ontwikkelmethode waarbij code simpel wordt gehouden en vaak wordt getest. Applicaties worden in kleine, functionele deeltjes opgeleverd. De nadruk ligt op het bouwen van een reeks opeenvolgende delen, in plaats van op het opleveren van één complete applicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Android

A

Android is waarschijnlijk geen nieuwe naam voor je. Dit besturingssysteem (zie: Besturingssysteem) werd ontwikkeld door Google en wordt gebruikt voor smartwatches, smartphones, tablets, tv’s en zelfs auto’s. Android is open-source (zie: Open-source software) en zag het levenslicht in 2008. Het systeem krijgt regelmatig updates; ongeveer elk half jaar wordt een nieuwe versie uitgebracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

API

A

Een API is een gestandaardiseerde softwaremodule die computers met elkaar kan laten communiceren. Informatie en instructies kunnen uitgewisseld worden met behulp van een aantal ‘afspraken’. Deze geven developers toegang tot software waarvan ze de precieze werking niet hoeven te kennen. Je hebt API’s voor (web)applicaties, softwarebibiliotheken en besturingssystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ASP.NET

A

ASP.NET kun je webapplicaties en websites maken in het .NET Framework van Microsoft (zie: .NET Framework). Je kunt met ASP. NET, gekoppeld aan een database, dynamische websites maken op een webserver. Dit doe je door het schrijven van programmacode in een scripttaal (zie: Scripttaal).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Back-end developer

A

Een back-end developer houdt zich vooral bezig met de code aan de ‘achterkant’ van een programma, website of applicatie: het gedeelte dat de gebruiker niet ziet. Back-end developers bouwen en onderhouden de technologie die nodig is om de gebruikerskant (het front-end) überhaupt mogelijk te maken. Eén van de door back-end developers meest gebruikte programmeertalen is PHP (zie: PHP).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Besturingssysteem (OS)

A

Besturingssystemen of operating systems (OS) zorgen er - simpel gezegd - voor dat computers gebruikt kunnen worden. Ze koppelen de hardware aan de programma’s en maken het mogelijk applicaties te gebruiken. Windows, OS X (macOS), Linux, iOS en Android zijn voorbeelden van besturingssystemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Big Data

A

Wanneer de hoeveelheid, opvraagsnelheid en diversiteit van data dusdanig groot is dat een gangbaar databasemanagementsysteem (zie: DBMS) niet meer voldoet, spreek je van Big Data. Bij Big Data wordt meestal gebruik gemaakt van een NoSQL-database (zie: NoSQL).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bug

A

Een fout in een computerprogramma wordt een bug genoemd. Bugs heb je in allerlei soorten en maten; ze zorgen ervoor dat programma’s of websites niet meer goed werken. Het oplossen van bugs wordt debuggen genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Business Intelligence

A

Business Intelligence (BI) draait om het omzetten van gegevens naar kennis, door bedrijven die hun concurrenten voor willen blijven. BI is op zichzelf geen ICT, maar ICT is wel een essentieel onderdeel in het proces. Het zorgt ervoor dat data met grote snelheid kan worden verzameld, omgevormd en geanalyseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

C

A

C is een van de oudste programmeertalen (zie: Programmeertaal); de taal kan voor veel verschillende toepassingen worden gebruikt. Ondanks zijn ‘hoge leeftijd’ behoort C nog altijd tot de meest gebruikte en gevraagde programmeertalen. De taal is gebruikt als inspiratiebron voor een aantal later ontwikkelde programmeertalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

C#

A

C# (uitgesproken als ‘C sharp’) is de belangrijkste programmeertaal voor het .NET Framework (zie: .NET Framework). C# is een objectgeoriënteerde programmeertaal (zie: Objectgeoriënteerd programmeren) die werd ontwikkeld door Microsoft. De taal wordt gebruikt voor het bouwen van webapplicaties, serverapplicaties en mobiele applicaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

C++

A

Ook C++ (uitgesproken als ‘C plus-plus’) is een objectgeoriënteerde programmeertaal. De taal kan gezien worden als opvolger van de taal C (zie: C) en kan eveneens voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Onder meer Windows is geschreven in C++. De taal wordt onder programmeurs gezien als één van de meer gecompliceerde programmeertalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Caching

A

Om bestanden sneller te kunnen openen, slaat je computer ze tijdelijk op. Dit noem je caching; de opgeslagen bestanden noem je cache. Het makkelijkste voorbeeld is je internetbrowser: hier worden veelgebruikte websites en bestanden bewaard, zodat het laden minder lang duurt. Het opslaan van cache gebeurt met behulp van een processor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cloud

A

De cloud’ is onder meer bekend om zijn opslagruimte. Naast opslag zijn er andere clouddiensten: software as a service (SaaS), platform as a service (PaaS) en infrastructure as a service (IaaS). Clouddiensten worden beheerd op een externe server, deze bevindt zich in een datacentrum. Zo’n cloudserver is voor gebruikers toegankelijk via een website of met een applicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

CMS

A

Met behulp van een contentmanagementsysteem (CMS) kun je content (tekst, afbeeldingen en video) op internet publiceren. Daar is nauwelijks programmeerkennis voor nodig. Basiskennis van HTML (zie: HTML) is overigens wel handig. Een CMS heeft meestal de vorm van een webapplicatie en heeft als kenmerk dat je er vanaf elke locatie je website mee kunt aanpassen. Veel bedrijven gebruiken een CMS: het is de meest eenvoudige manier om snel pagina’s aan te passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Codec

A

Een codec comprimeert of decomprimeert mediabestanden. Denk aan muzieknummers of video’s. Mediaspelers als Windows Media Player en VLC Media Player gebruiken codecs voor het afspelen of creëren van mediabestanden. Er zijn codecs die mediabestanden comprimeren (codering), codecs die ze decomprimeren (decodering) en codecs die beide dingen doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

CSS

A

CSS (Cascading Style Sheets) wordt gebruikt voor het opmaken van HTML-documenten (zie: HTML). Het vergroot de mogelijkheden van HTML. Met CSS kan de vormgeving van een website makkelijker worden aangepast. Voor het HTML-bestand blijft dan alleen nog gestructureerd opgemaakte tekst over. Voor het efficiënt gebruiken van CSS is een CSS-preprocessor onmisbaar. Een CSS-preprocessor (zoals SASS, LESS of Stylus) zorgt ervoor dat je met het ‘primitieve’ CSS op een snellere manier kunt programmeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Database administrator

A

Een database administrator (DBA) onderhoudt en beheert de gegevens in een database, met behulp van een databasemanagementsysteem (zie: DMBS). Het doel is deze gegevens zo toegankelijk mogelijk te maken voor gebruikers. Een gebruiker kan een persoon zijn, maar ook een bedrijf. Daarnaast ondersteunt een DBA gebruikers en zorgt hij of zij ervoor dat de database goed beveiligd blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

DevOps

A

DevOps draait volledig om samenwerking binnen een tech-team, met als doel een zo efficiënt en snel mogelijk ontwikkelproces. Bij deze softwareontwikkelmethode ligt de nadruk op communicatie, integratie en automatisering. DevOps is erop gericht de prestaties van teams te verbeteren en zo organisaties te helpen bij het sneller produceren van softwareproducten en –diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Dynamische website

A

Dynamische websites staan tegenover statische websites. Statische websites hebben een vaste, niet veranderende inhoud. Dynamische websites worden daarentegen pas gegenereerd op het moment dat de gebruiker actie onderneemt. Dit kost minder serverruimte en biedt gebruikers de mogelijkheid zelf wijzigingen aan te brengen. Voorbeelden zijn maildiensten als Gmail en Hotmail, weblogs en Wikipedia.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Embedded system

A

Een embedded system is een systeem waarbij hardware en software worden geïntegreerd. Je vindt het in allerlei apparaten, van kopieerapparaten tot auto’s. Een embedded system zorgt er met behulp van embedded software voor dat dingen elektronisch geregeld en gemeten kunnen worden. Simpel gezegd: embedded software bestuurt apparaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

ERP

A

ERP (Enterprise Resource Planning) is software die bedrijven helpt met diverse interne processen. Het grote voordeel van ERP is dat alle verschillende bedrijfsprocessen zich in één systeem bevinden, hierdoor hoeven gegevens niet steeds opnieuw ingevoerd te worden. ERP zorgt ervoor dat bedrijven efficiënter kunnen werken, maakt planning makkelijker en biedt een goed inzicht in alle processen. Er bestaan verschillende ERP-systemen, deze zijn algemeen toepasbaar of bedoeld voor een specifieke branche.

23
Q

Framework

A

Een software-framework is een ontwikkelkader waarbinnen developers websites en applicaties kunnen maken. Je kunt het zien als een soort blauwdruk, waarin verschillende onderdelen al zijn ‘ingevuld’. Hierdoor kan een developer sneller en efficiënter werken. Daarnaast is er bij vrijwel alle frameworks een grote online community waarin developers elkaar helpen, adviseren of ondersteunen.

24
Q

Front-end developer

A

Wanneer je op internet zit of een applicatie gebruikt, kijk je naar het werk van front-end developers. Zij houden zich bezig met de gebruikerskant: het zichtbare gedeelte van websites en applicaties. Veel gebruikte hulpmiddelen hierbij zijn HTML (zie: HTML), CSS (zie: CSS) en JavaScript (zie: JavaScript). De hoofdtaak van ‘front-enders’ is ervoor te zorgen dat gebruikers op de juiste manier de juiste inhoud voor hun neus krijgen.

25
Q

Full-stack developer

A

Er zijn front-end developers (zie: Front-end developer) en back-end developers (zie: Back-end developer) – maar er zijn ook developers die beide beheersen. Dit zijn zogenaamde full-stack developers. Een fullstack developer kan daarnaast ook omgaan met databases, servers en alle andere aspecten die bij de ontwikkeling van een website of applicatie komen kijken. Expert zijn op elk van deze gebieden is overigens vrijwel onmogelijk; een full-stack developer is tot op zekere hoogte op elk vlak in staat een bijdrage te leveren.

26
Q

HTML

A

HTML (HyperText Markup Language) is een opmaaktaal; een soort programmeertaal (zie: Programmeertaal) die gebruikt wordt voor het opmaken van websites. De plaatsing en de stijl van tekst, maar ook het op de juiste plek zetten van afbeeldingen of video’s gebeurt met HTML. Elke website maakt er gebruik van. HTML-code is relatief eenvoudig te leren, je hoeft er geen doorgewinterde programmeur voor te zijn.

27
Q

iOS

A

Alle mobiele apparaten van Apple hebben iOS als besturingssysteem (zie: Besturingssysteem): de iPhone, iPad en iPod. Het besturingssysteem heette aanvankelijk iPhone OS, maar werd in 2010 omgedoopt tot iOS. Het maakt onderdeel uit van de macOS-familie, die tegenwoordig de naam OS X draagt (zie: OS X).

28
Q

Java

A

De programmeertaal Java bestaat al ruim 20 jaar. Deze objectgeoriënteerde taal (zie: Objectgeoriënteerd programmeren) werkt met elk besturingssysteem (zie: Besturingssysteem) en wordt gebruikt om webapplicaties, desktopapplicaties en mobiele applicaties mee te bouwen. Internetbankieren gebeurt met Java-programma’s, en ook je smartphone gebruikt ze. Java is niet te verwarren met JavaScript (zie: JavaScript).

29
Q

JavaScript

A

Geen afleiding van programmeertaal Java, maar een scripttaal (zie: Scripttaal). JavaScript werd ongeveer tegelijkertijd met Java ontwikkeld, maar wel door een andere ontwikkelaar. JavaScript is een taal die door computers direct wordt geïnterpreteerd, in plaats van eerst gecompileerd. Voor developers die het front-end van websites maken (zie: Front-end developer) is JavaScript onmisbaar. Websites kun je met JavaScript interactief maken; denk bijvoorbeeld aan het automatisch verschijnen van opties als je een zoekterm intypt op Google.

30
Q

Joomla!

A

Joomla! is een contentmanagementsysteem (zie: CMS), geschreven in de programmeertaal PHP (zie: PHP). Met behulp van dit CMS kun je eenvoudig en zonder uitgebreide programmeerkennis een website maken, beheren en bewerken. Joomla! maakt gebruik van MySQL (zie: MySQL) en verzorgt de belangrijkste onderdelen van een website. Met behulp van extensies en een template wordt uiteindelijk een volledig opgemaakte versie van de website gepresenteerd.

31
Q

Linux

A

Linux is een besturingssysteem voor computers (zie: Besturingssysteem), dat mede dankzij zijn open-source-karakter populair is bij developers. Het systeem kan door iedereen worden aangepast en verbeterd. Linux is niet alleen vrije, maar ook erg betrouwbare software. Om deze reden maken veel bedrijven op hun servers gebruik van dit besturingssysteem. Ook op pc’s wordt Linux gebruikt, zij het dat hier de concurrentie van met name Windows erg groot is.

32
Q

Mobile developer

A

Mobile developers ontwerpen, ontwikkelen en implementeren mobiele applicaties. Deze worden gebruikt op smartphones en tablets en kunnen de meest uiteenlopende functies hebben. Een mobile developer is vaak gespecialiseerd in het bouwen van apps voor een specifiek besturingssysteem, met name Android of iOS. Een mobile developer werkt niet alleen, maar in een team met andere developers

33
Q

MySQL

A

MySQL is een databasemanagementsysteem (zie: DBMS), waarin tekst, cijfers, afbeeldingen en andere bestanden opgeslagen kunnen worden. Websites maken met behulp van de taal SQL (zie: SQL) verbinding met deze database. MySQL is een relationeel DBMS: gegevens worden opgeslagen in tabellen, waarbij alle mogelijke onderlinge connecties kunnen worden gemaakt. De tool phpMyAdmin wordt veel gebruikt voor het beheren en raadplegen van MySQL-databases.

34
Q

.NET Framework

A

Dit software-framework (zie: Framework) van Microsoft is een praktisch hulpmiddel bij het ontwikkelen van websites en applicaties. Het wordt vooral gebruikt worden met Microsoft-technologie, maar werkt met verschillende besturingssystemen (zie: Besturingssysteem). .NET zorgt ervoor dat developers sneller en makkelijker kunnen programmeren.

35
Q

Open-source software

A

Open-source software is software waarvan de originele code (de broncode) door iedereen in te zien en aan te passen is. Het verspreiden ervan is toegestaan, zonder dat daar kosten aan verbonden zijn. Wereldwijd ontwikkelen grote aantallen developers en bedrijven open-source software door. Er zijn diverse soorten open-source software, zoals frameworks (zie: Framework), besturingssystemen (zie: Besturingssysteem), games, databases, browsers, applicaties en serversoftware.

36
Q

Oracle

A

Oracle (officieel Oracle Database) is een databasemanagementsysteem (zie: DBMS), ontwikkeld door de Amerikaanse softwareontwikkelaar Oracle. Oracle was de eerste database ooit die gebruikmaakte van SQL (zie: SQL). Voor de (op het moment van schrijven) nieuwste versie van zijn DBMS heeft Oracle zich gericht op databasemanagement vanuit de cloud (zie: Cloud). Het werken met Oracle gebeurt door gespecialiseerde Oracle-developers.

37
Q

OS X (macOS)

A

OS X (voorheen macOS) is het besturingssysteem van Applecomputers. Dit zijn dus de iMacs en MacBooks, in al hun varianten. Het verschil tussen OS X en Windows, wereldwijd de twee meest gebruikte besturingssystemen, is voor gebruikers vrij groot. Om te beginnen werkt OS X met heel andere software. Daarnaast zijn de layout en de applicaties anders. Het mobiele besturingssysteem iOS is onderdeel van de OS X-familie en werkt er naadloos mee samen.

38
Q

PHP

A

PHP is een van de oudere programmeertalen (zie: Programmeertaal). Developers kunnen er code mee schrijven op webservers, en zo websites, applicaties of andere toepassingen ontwikkelen. Deze server-side scripttaal (zie: Scripttaal) wordt gebruikt voor het maken van dynamische websites (zie: Dynamische website). PHP zet tekst om in HTML-code, maar doet dit pas wanneer een gebruiker de pagina opent. PHP is open-source, snel, relatief makkelijk te leren en draait op bijna alle systemen.

39
Q

Programmeertaal

A

Achter elk computerprogramma en elke handeling zitten uitgeschreven instructies: code. Code bevat letterlijk opdrachten voor de computer en kan worden geschreven in verschillende programmeertalen. De code die developers in deze programmeertalen schrijven, wordt meestal door een vertaalprogramma (een compiler, assembler of interpreter) omgezet naar voor een computer begrijpelijke machinecode. Iedere programmeertaal heeft zijn eigen syntaxis en grammatica en zijn eigen toepassingen.

40
Q

Query

A

Een query is een opdracht of vraag aan een database, geformuleerd in de taal SQL (zie: SQL). Bij een query wordt een specifieke opdracht verstuurd, aan de hand waarvan de database informatie levert. Je kunt zo een lijst genereren met bijvoorbeeld alle personen uit een database met een bepaalde geboortedatum, gesorteerd op hun achternaam. Een query kan ook gebruikt worden voor het toevoegen, wijzigen of verwijderen van gegevens in een database.

41
Q

Remote desktop

A

Via remote desktop kunnen verschillende gebruikers toegang krijgen tot een ‘hoofdcomputer’. Het systeem werkt met clients(de computers van de afzonderlijke gebruikers), en een remote: de computer waarmee alle clients verbinding maken. Door in te loggen met een gebruikersnaam en een wachtwoord, kunnen verschillende mensen gebruik maken van de software op de hoofdcomputer. Bij veel bedrijven wordt op deze manier gewerkt; het onderhouden en updaten van één remote is efficiënter dan het werken met een aantal verschillende pc’s.

42
Q

Scripttaal

A

Een scripttaal is een type programmeertaal waarin programmeurs scripts schrijven. Scripts worden gebruikt voor het automatiseren van taken of voor het uitvoeren van een grote eenmalige taken. Je kunt een script zien als een serie instructies die een programma uit moet voeren. Ontwikkelen gaat sneller en makkelijker, wanneer je een scripttaal gebruikt. De meeste besturingssystemen (zie: Besturingssysteem) en applicaties hebben minstens één scripttaal.

43
Q

Scrum

A

Scrum is een werkwijze binnen de Agile-methode (zie: Agile). Het wordt gebruikt voor het zo efficiënt mogelijk ontwikkelen van softwareproducten. Bij Scrum werkt een ontwikkelingsteam als eenheid naar een gezamenlijk doel toe. Samenwerking en communicatie zijn hierbij essentieel. Het uitgangspunt is dat klanten tijdens een productieproces van gedachten kunnen veranderen, en dat – in tegenstelling tot met een traditionele ‘geplande’ werkwijze – onvoorziene wijzigingen eenvoudig kunnen worden opgepakt.

44
Q

Scrum Master

A

Een Scrum Master is de teamleider van een ontwikkelingsteam dat volgens de Scrum-methode werkt (zie: Scrum). ‘Teamleider’ heeft hier overigens niet de traditionele betekenis, aangezien de Scrum Master geen autoriteit heeft. Zijn taak is ervoor te zorgen dat de samenwerking binnen een team en tussen ontwikkelaars en opdrachtgevers soepel verloopt. Hij leidt onder meer de dagelijkse meeting waarin elk teamlid bespreekt wat hij doet, gedaan heeft en welke problemen hij hierbij ondervindt.

45
Q

SharePoint

A

SharePoint is een door Microsoft ontwikkeld platform. Het wordt door bedrijven gebruikt als contentmanagementsysteem (zie: CMS), maar ook om sociale netwerken en BI-omgevingen (zie: Business Intelligence) te maken, systemen en processen te integreren, workflows te automatiseren en webapplicaties te maken. Met SharePoint kun je informatie opslaan, organiseren, delen en gebruiken, vanaf verschillende apparaten. Het wordt gebruikt in combinatie met een webbrowser.

46
Q

Soft skills

A

De Engelse term soft skills kom je veel tegen in de tech-wereld. Het wijst op de niet-technische kwaliteiten van een ICT-specialist. In het ontwikkelingsproces zijn sociale en communicatieve eigenschappen steeds belangrijker geworden. Bij het aannemen van specialisten wegen soft skills daarom tegenwoordig steeds zwaarder mee.

47
Q

Software developer

A

Een software developer ‘maakt’ software. ‘Programmeur’ is een andere term die vaak gebruikt wordt, maar feitelijk niet precies hetzelfde betekent. Software developers doen over het algemeen meer dan alleen programmeren; een ontwikkelproces bestaat uit veel verschillende stappen. Binnen de categorie ‘software developer’ heb je talloze specialisaties, met elk hun eigen tools en methodes.

48
Q

Sprint

A

Onderdeel van de Scrum-werkwijze (zie: Scrum) is het ontwikkelen van delen van software binnen bepaalde afgebakende periodes: Sprints. Een Sprint duurt meestal tussen 1 en 4 weken en levert (als het goed is) altijd een stuk software op dat ‘af’ is.

49
Q

SQL

A

SQL (Structured Query Language) is een taal die door gebruikers van databasemanagementsystemen (zie: DBMS) gebruikt wordt om te communiceren met databases. Query’s (zie: Query) spelen hierbij een belangrijke rol. SQL werkt met alle moderne databases en wordt gebruikt met behulp van een applicatie.

50
Q

Ubuntu

A

Ubuntu is een gratis te gebruiken besturingssysteem voor desktoppc’s, laptops, servers, tablets en smartphones (zie: Besturingssysteem). Het is een uitgave van Linux (zie: Linux), bekend om zijn opensourceproducten. Ubuntu is een kostenbesparend alternatief voor Windows of OS X. De makers richten zich op gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid.

51
Q

Unix

A

Unix is geen besturingssysteem, maar een groep of ‘familie’ van besturingssystemen. Linux, OS X, Android en tal van andere besturingssystemen behoren tot deze groep. Al deze systemen hebben iets van elkaar weg, maar verschillen in details. De familie met Unixachtige besturingssystemen zou je kunnen zien als de tegenhanger van de Windows-besturingssystemen van Microsoft.

52
Q

VPN

A

Een VPN (Virtual Private Network) maakt het mogelijk een externe computer te verbinden met een intern zakelijk netwerk. Deze computer kan op die manier toegang krijgen tot bestanden, programma’s en apparaten.

53
Q

Webdeveloper

A

Een webdeveloper houdt zich bezig met het maken van websites. Niet met het grafisch design, maar met de achterliggende code. Webdevelopers werken veel met HTML (zie: HTML), CSS (zie: CSS), JavaScript (zie: JavaScript), jQuery (zie: jQuery) en PHP (zie: PHP). Je kunt webdevelopers globaal opdelen in twee groepen: ‘frontenders’ (zie: Front-end developers) en ‘back-enders’ (zie: Back-end developers).