B6 Flashcards

1
Q

hoe halen eencelligen adem

A

via celmembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn tracheen zijn

A

sterk vertakte buisjes in het lichaam van een insect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn stigma

A

openingen in het tracheenstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarom maken insecten een pompende beweging met hun achterlijf

A

omdat in het achterlijf van een insect stigma zit en via de openingen van het stigma komt er lucht in het tracheenstelse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

noem 2 redenen waardoor de gaswisseling snel gaat bij insecten

A
  1. longblaasjes zijn maar 1 cellaag dik
  2. je hebt veel longblaasjes en dus ook een groot oppervlakte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe haalt een vis adem

A

met kieuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

noem 2 redenen waardoor de gaswisseling bij vissen snel gaat

A
  1. heel veel kieuwplaatjes en dus een groot oppervlak waar gaswisseling kan plaatsvinden
  2. kieuwplaatjes zijn erg dun
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de onderdelen van kieuwen

A

kieuwplaatje
kieuwboog
kieuwdeksel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly