Attitude & gedragsverandering Flashcards
Cognitieve dissonantie kan je gebruiken om attitude en gedrag te veranderen
Je kan dreigen met onvoldoende of milde straf.
Hoe minder zwaar de dreiging, of hoe kleiner de beloning, hoe minder externe rechtvaardiging iemand heeft om te gehoorzamen.
Attitude & gedragsverandering
Freedman
verboden speelgoed experiment. Je mag niet met bepaald speelgoed spelen.
Grote straf/beloning (rechtvaardiging)
externe rechtvaardiging
Tijdelijke verandering
Kleine straf/beloning (rechtvaardiging)
interne rechtvaardiging
Blijvende verandering
externe rechtvaardiging
tijdelijke verandering
grote straf/beloning
Een kind speelt niet met het speelgoed omdat hij dan een zware straf krijgt. Dit gedrag wordt dan vooral aangeleerd als een ouder/verzorger erbij is. Zodra een ouder/verzorger weg is, zal het kind alsnog proberen te spelen met dit speelgoed. Het kind heeft veel externe rechtvaardiging om niet met het speelgoed te spelen, namelijk de straf.
Interne rechtvaardiging
blijvende verandering
kleine straf/beloning
Een kind krijgt een lichte straf, als hij/zij met het speelgoed speelt. Omdat er weinig externe rechtvaardiging is (ik heb wel een keus i.p.v. ik heb geen keus), zal het kind een interne rechtvaardiging vinden om dissonantie te reduceren. Ze zullen dan tegen zichzelf zeggen: ‘ik vond het toch al niet leuk om met dit speelgoed te spelen’.
Zelfbevestigingstheorie
mensen hebben behoefte aan bevestiging van hun zelfconcepten, of die nu positief of negatief zijn.
Het idee dat mensen bedreigingen van hun zelfwaardering kunnen beperken door zichzelf te bevestigen op gebieden die niets te maken hebben met de bron van de bedreiging. Ze richten zich dan op competenties die niks te maken hebben met de ‘bedreiging’.
Waarde activatie
Bouwman
als iemand veel waarde hecht aan dieren, dan kan een poster met ‘kies vega’ helpen om waarde te activeren. Dit kan leiden tot gedragsverandering.
Bijv. vegetarisch worden of een goed doel ondersteunen.
Zelfverheffing vs. accuraatheid
Swann & Pelham
Zelfverificatie theorie: behoefte aan bevestiging van zelfconcepten: positief en negatief. Zelfverheffingsmotief en het accuraatheidsmotief