Arresten week 2 Flashcards
Huijzer q.q. / Rabo & Manning q.q. / ING
Manning q.q. is een bevestiging van Huijzer q.q.
De HR overweegt dat ‘‘de verbintenis onvoldoende is bepaald ex. 6:227’’
'’de verbintenis ontstond slechts op dat moment waarop de gefailleerde de bank opdracht gaf te betalen, deze ligt niet reeds in het bestaan van de rekening-courantverhouding’’
Vis q.q/NMB
JPR/Gunning q.q.
Volgens vis was het: Een girale betaling na faillietverklaring van de schuldenaar kan worden teruggevorderd, indien de bank aan welke de betalingsopdracht was gegeven op de dag van faillietverklaring nog handelingen moest (laten) verrichten ter effectuering daarvan.
Ná JPR/Gunning is het: De curator kan steeds het betaalde terugvorderen waarmee pas na het intreden van de faillissementstoestand de rekening van de schuldeiser is gecrediteerd.
Glencore & NB/ Curatoren Zalco (58 Fw)
Het recht van de curator om pand- en hypotheekhouders een redelijk termijn te stellen om tot uitoefening van hun rechten over te gaan, strekt tot een voorvarende afwikkeling van de boedel.
Indien de termijn opgelegd door de curator in redelijkheid niet mogelijk blijkt, of waarin een pand- of hypotheekhouder van het niet tijdig uitoefenen van zijn recht anderzins geen verwijt kan worden gemaakt, kan de Rechter-commissaris de termijn verlengen.
Dit doet de rechter-commissaris door de belangen van de beide partijen (de pand/hypotheekhouder vs. het belang van een voortvarende afwikkeling van de boedel)
Welage q.q. / Rabo
Uitzondering op de regel dat seperatisten hun positie verliezen wanneer zij niet binnen de redelijke termijn van de curator - eventueel verlengt door de RC - hun verplichtingen voldoen. Toch kunnen de omstandigheden van het geval meebrengen dat er een uitzondering dient te worden gemaakt.
van een uitzondering is in ieder geval sprake wanneer geoordeeld moet worden dat de curator misbruik heeft gemaakt van zijn uit artiel 58 voortvloeiende bevoegdheid om de pand- of hypotheekhouder een redelijke termijn te stellen.
De Ranitz q.q./ ontvanger
rangorde/boedelschulden
Indien het boedelactief niet toereikend is om de boedelschulden te voldoen, moeten die schulden in beginsel naar evenredigheid van de omvang van elke schuld worden voldaan, behoudens in de wet geregelde voorrangen.
Ontvanger/Hamm q.q.
Rangorde en boedelschulden
Wanneer de curator wordt geconfronteerd met een ná faillissementverklaring gedane onverschuldigde betaling, die slechts het gevolg is van een onmiskenbare vergissing, handelt hij in lijn met hetgeen in het maatschappelijk verkeer als betamelijk wordt beschouwd indien hij meerwerkt aan het ongedaan maken daarvan.
sterker nog artikel 6:212 verplicht hem hiertoe, zo spoedig mogelijk, zonder eerst de afwikkeling van de boedel af te wachten
ING/Verdonk q.q.
voorrang en boedelschulden
Zo lang de stille pandhouder nog geen mededeling heeft gedaan aan de betrokken debiteur in de zin van artikel 3:246 lid 1 BW, is de curator bevoegd in het belang van de boedel tot inning van de betrokken vorderingen over te gaan, waarna de pandhouder op het door de curator geïnde verhaal kan zoeken overeenkomstig de aan het pandrecht verbonden voorrang, waarbij de pandhouder dus zal moeten bijdragen aan de faillissementskosten.
dit neemt niet weg dat het de curator niet vrij staat de rechten van de stille pandhouders te frustreren door aandstonds aan die debiteuren mede te delen dat zij het bedrag naar de boedel moeten voldoen.
In het algemeen zal bij een professionele stille pandhouder zoals een bank een redelijk termijn van 14 dagen voldoende zijn.
Hamm q.q/ABN Amro
De Hoge Raad overweegt vervolgens dat Hamm q.q. verplicht is desgevraagd alle informatie aan ABN AMRO te verstrekken die nodig is voor het doen van mededeling van het pandrecht.
Van Dooren q.q./X
voorrang en boedelschulden
Het is legit om hypotheekrechten en pandrechten onderling te laten verschillen van rang. Mits de pand- en hypotheekhouders van het betreffende goed hiermee instemmen in de notariële akte.
dus: artikel 3:262 is van analoge toepassing op pandrechten.
Jansen q.q.
Als verzuim bestaat ten aanzien van een voldoening van een boedelvordering, en de schuldeiser het recht heeft op schadevergoeding in de vorm van wettelijke (handels)rente (6:74 jo. 6:119 BW), dan is de verplichting tot betaling van deze rente ook een boedelschuld.
Koot beheer/Tideman q.q.
- Faillissement brengt geen wijzigingen aan in verbintenissen uit lopende overeenkomsten
- Curator kan besluiten deze al dan niet na te komen/beëindigen
Boedelschulden zijn:
‘slechts die schulden die onmiddellijke aanspraak geven jegens de faillissementsboedel hetzij: 1) in gevolg de wet, 2) hetzij omdat zij door de curator in zijn hoedanigheid zijn aangegaan, 3) hetzij omdat zij een gevolg zijn van een handelen van de curator in strijd met een door hem in zijn hoedanigheid na te leven verbintenis of verplichting.
Credit suisse/Jongepier q.q.
Vorderingen die zijn ontstaan tijdens het faillissement of een daaraan voorafgaande surseance van betaling, komen in beginsel niet voor verificatie in aanmerking, omdat dit in strijd zou zijn met het fixatiebeginsel.
Zij moeten echter wel worden erkend indien en voor zover zij besloten lagen in een ten tijde van het ingaan van da faillissement al bestaande rechtspositie van de schuldeiser, zodat defacto geen sprake is van uitbreiding van aanspraken die in strijd komt met het fixatiebeginsel.
ridderkerkse taxicentrale
Dit brengt, zo overweegt de Hoge Raad, met zich mee dat er op de curator een eigen, zelfstandige verplichting rust tot naleving van milieuwetgeving ten aanzien van een tot de boedel behorende inrichting. Als de curator die verplichting niet naleeft, kan aan hem een last onder dwangsom en/of last onder bestuursdwang worden opgelegd. De schulden die voortvloeien uit deze bestuursrechtelijke lasten zijn naar het oordeel van de Hoge Raad boedelschulden, omdat deze schulden het gevolg zijn van een handelen of nalaten van de curator in strijd met een door hem in zijn hoedanigheid na te leven verplichting. Bij deze kwalificatie als boedelschuld is het, zo oordeelt de Hoge Raad, niet van belang of de schulden zijn ontstaan als gevolg van gebeurtenissen die volledig vóór het faillissement hebben plaatsgevonden of bijvoorbeeld eenmalig zijn.