Anti-ectoparasitica Flashcards

1
Q

Welke ectoparsitica niet bij welke DS

A
  • kat: NOOIT pyrethroïden en amitraz
  • konijnen: NOOIT fipronil en pyriprole
  • herk: gevoelig aan cholinesterase inhibitoren
  • EQ: topicale toep –> urticaria
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Adulticiden

A
  • AChlesterase inhibitoren: organofosfaten en -carbamaten
  • Nicotine R agonisten
  • NA kanaal stimulatoren: Pyrethroïden, Pyrethrines
  • NA kanaal inhibitoren
  • Cl kanaal stimulatoren/inhibitoren
  • Fenylpyrazolen
  • Amitraz
  • Thymol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

IGR

A

= insect growth regulators

  • juveniele hormoon analogen
  • groei inhibitoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

organofosfaten

A
Malathion
Parathion
Dichlorvos
Foxim
Dimpylaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Carbamaten

A

Propoxur
Carbaryl
Aldicarb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Foxim

A

Schaap en varken: NIET bij Fe

gebruik: onderdompelen of wassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ByeMite

A

Leghennen

I: Dermanyssus gallinae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Toxiciteit organofosfaten en -carbamaten

A

Hypercholinerg beeld bij katten, neonati, jonge dieren en vogels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nicotine R agonisten

A
  • Neonicotinoïden

- Spinosad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Neonicotinoïden

A

Imidocloprid, dinotefuran
W: werkzaam tegen adulte en L vlooien (vaak in combinatiepreparaten)
veilig door selectiviteit tov nicotine R ectoparasieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Spinosad

A

T: oraal
W: enkel tegen vlo
!! P-gp substraat: NIET bij MRD1-/- dieren en NIET combineren met ML

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

NA kanaal stimulatoren

A
  • pyrethrines

- pyrethr(in)oïden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Pyrethrines

A

W: stimulatie NA kanaal
–> spastische paralyse en sterfte van de parasiet
–> knock down en repellent effect
Piperonyl butoxide: afbraak vertragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Pyrethr(in)oïden

A

W: stimulatie NA kanaal
–> minder knock down effect
Permethrine, flumetrhine, deltametrhine, etc.
Topicaal gebruiken
!!! NOOIT bij katten toedienen!!! door likgedrag bij katten: verhoogde orale opname en katten hebben gebrekkige glucuronidatie –> meer speekselen, convulsies, ataxie, spiertremoren…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

NA kanaal inhibitoren

A

Metaflumizone
Indoxacarb
W: slappen paralyse
G: vlooien bij katten honden als spot on

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cl kanaal stimulatoren

A

ML, o.a. selamectine

Tegen vlooien, schurft, luizen en oormijt

17
Q

Cl kanaal inhibitoren

A
  • Fenylpyrazolen

- Isoxazolines

18
Q

Fenylpyrazole

A

W: vlooien, teken, luizen
- Fipronil (SO en spray): vaak in combinatie met S-methopreem
- Pyriprole
NOOIT bij konijn

19
Q

Isoxazolines

A

Afoxalaner, fluralaner, sarolaner
Oraal en SO
W: blokkage Cl influx thv GABA en GLU receptoren: op andere bindinsplaats dan ML en fenylpyrazolen

20
Q

Amitraz

A

W: teken, schurftmijten en luizen
NOOIT bij EQ
werking: alfa2 adrenoreceptor agonist

21
Q

Juveniele hormoon analogen

A

S-methopreem, fenoxycarb, cyromazine en pyriproxifen

W: onvolwassen stadia van vlooien in groei worden geremd en gedood

22
Q

Lufenuron

A

= groei inhibitoren

W: interfereert met chitine synthese bij de vlo