Anatomy

Question 1

language

Answer 1

left cortex usually

Question 2

tractus corticospinalis (piramidal tract)

Answer 2

axons from central motorneurons
crosses the medulla
medial part does not cross = back and neck

Question 3

vital and gnostic

Answer 3

vital = pain temperature, crosses at entry point, slow
gnostic = vibration and proprioreception, crosses at medulla oblangata, fast
brown sequard syndrome = hemisection

Question 4

hyper reflexie

Answer 4

centrale laesie (tractus corticospinalis / central motor neurons)

Question 5

no reflex

Answer 5

perifeer problem

Question 6

plantar reflex

Answer 6

normal= plantair reflexie
abnormal = extensie (babinski), piramidebaanvezels

Question 7

neuromusculaire ziekten efferent

Answer 7

• motorneuron ( amyotrofische laterale sclerose, progres. spinale spieratrofie, poliomyelitis
• neuropathie (axon) vaak ook gevoel
• myasthenie = neuromuscluaire synaps
  myopathie

Question 8

basal ganglia

Answer 8

nucleus caudatus, putamen, (striatum) globus pallidus (lenticulaire kern)
info van cortex en hersenstam en ruggenmerg, feedback van geinitieerde bewegingen
extrapiramidale systeem (rigiditeit)
stuurt naar thalamus
aandoeningen = hyper / hypo kinesie (hypo= parkinson) + rigiditeit

Question 9

cerebellum

Answer 9

evenwichtige uitvoering bewegingen
aandoening = ataxie (ongecoördineerd)

Question 10

afasie

Answer 10

storing taalfunctie
anartrie = niet praten
dysartrie = gestoord praten
expressieve taalstoornis = voor? deel hemisfeer (Broca)
receptieve stoornis = achter? (wernicke)
anomie= niet kunnen vinden woorden
conductieafasie = neit herhalen, fasciculus arcuatus

Question 11

anomie agnosie Klüver-bucy syndroom

Answer 11

anomie= niet noemen
agnosie= niet herkennen
kb syndroom= agnosie limbisch systeem niet geactiveerd, alles in mond, reageert ongecontroleerd (seksueel) herkent niet
visuele agnosie = temporal/ occiput

Question 12

CVA beroerte (bloeding / infarct

Answer 12

-hypertensie
-amyloide beta 40 (cerebrale amyloide angiopathie

Question 13

Multiple sclerose

Answer 13

• 20-40 jaar
• vrouw 2:1
• czs demyelinisatie axonen atrophie hersenen ruggenmerg
• neurotis optica (visusdaling 1 oog)
• verminderde sensitiviteit
• piramidebaanverschijnselen
• dubbelzien
  internucleaire oftamoplegie
  b interferon

Question 14

acute gedissemineerde encefalomyelitis

Answer 14

na virus of vaccinatie
kinderen
koorts bewustzijn stoornis optische neuritis meningisme focal

Question 15

craniale tumoren

Answer 15

gliomen= infiltrief en diffuse groei
slechte prognose
meest voorkomend
meningeoom = 2e, meeste goedaardig

Question 16

hypofysetumoren

Answer 16

adenomen

Question 17

central cord syndrome

Answer 17

• hypotone parese of paralyse armen

-hypertone parese benen
-segmentale uitval vitale sens. armen
-areflexie armen
gnostisch stoornis benen

Question 18

posterieure cervicale kneuzing

Answer 18

trauma cervical, brandende pijn nek schouders hyperpathie