Anatomie week 1 (af denkik) Flashcards

1
Q

In welke richting staat de ‘normaal’?

A

Loodrecht op het tangentieel vlak?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het tangentiële vlak?

A

Vlak dat ligt op het concave deel van het gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is concaaf?

A

Hol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is convex?

A

Bol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is congruentie?

A

Passendheid van kop en kom

Een hogere congruentie betekend dat de kop en kom meer in contact zijn met elkaar en dus beter passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar staat CPP voor?

A

Closed-packed position

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de CPP?

A

Dit is de positie van een gewricht waarin de congruentie het hoogste is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar staat MCPP voor?

A

Max Closed-packed position

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de MCPP?

A

Het gewricht is in de CPP, dus de congruentie in het gewricht is het hoogst + het gewricht staat in zo’n positie dat de banden en het kapsel eromheen ook op spanning komen.
Dit is de meest stabiele positie waarin een gewricht kan staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar staat LPP voor?

A

Losed-packed position

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de LPP?

A

Elke positie wat niet de CPP is, is gelijk een LPP. Hier is de congruentie dus niet optimaal voor het gewricht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar staat de MLPP voor?

A

Max losed-packed position

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de MLPP?

A

De positie van een gewricht waar het in LPP staat + het gewricht staat in zo’n positie dat alle banden en het kapsel niet op spanning staan.
Dit is de minst stabiele positie waarin een gewricht kan staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is tractie?

A

De kop van de kom af trekken in de richting van de normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is translatie?

A

Verschuivingen in het gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe heet het punt dat beweegt?

A

Punctum mobile

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe heet het punt dat op zijn plek blijft?

A

Punctum fixum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat gebeurt er als het convexe deel van het gewricht punctum mobile is?

A

Bij een hoekverandering van convex (=rollen) vind er translatie plaats in de tegenovergestelde richting (=schuif)
Dus als convex punctum mobile is rolt het de ene kant op en schuift het de tegenovergestelde kant op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat gebeurt er als het concave deel van het gewricht punctum mobile is?

A

Bij een hoekverandering van het concaaf (=schommelen) vind er translatie plaats in de zelfde richting (glijden)
Dus als concaaf punctum mobile is schommelt het de ene kant op en glijd het de zelfde kant op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een capsulair patroon?

A

De volgorde van bewegingen die worden beperkt bij een ontsteking van het kapsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het capsulair patroon van de schouder?

A

Exorotatie -> abductie -> endorotatie

22
Q

Wat is de tractierichting voor de humerus?

A

Lateraal, ventraal en craniaal

23
Q

Wat remt het lig. glenohumerale inferior?

A

Abductie + exorotatie

24
Q

Wat is de kop van het SC gewricht bij protractie?

A

Incisura claviculare sternum

25
Q

Wat is de CPP van het SC gewricht?

A

Is er niet

26
Q

Wat zijn de translatierichtingen van AC gewricht?

A

Geen

27
Q

Wat is osteokinematica?

A

Beweging van botstukken

28
Q

Wat is de ROM bij anteflexie?

A

150 - 170 graden

29
Q

Wat is de ROM bij retroflexie?

A

40 graden

30
Q

Wat is de ROM bij abductie?

A

160 graden

31
Q

Wat is de ROM bij adductie?

A

20 - 40 graden

32
Q

Wat is de ROM bij exorotatie?

A

60 graden

33
Q

Wat is de ROM bij endorotatie?

A

70 graden

34
Q

Wat is de ROM bij elevatie?

A

40 graden

35
Q

Wat is de ROM bij depressie?

A

10 graden

36
Q

Wat is de ROM bij protractie?

A

30 graden

37
Q

Wat is de ROM bij retractie?

A

25 graden

38
Q

Welke ligamenten liggen er rond het SC-gewricht + van waar naar waar lopen ze?

A

Lig. sternoclaviculare anterius (van sternum naar clavicula)

Lig. costoclaviculare (van de 1e rib naar clavicula)

39
Q

Welke ligamenten liggen er rond het AC-gewricht + van waar naar waar lopen ze?

A

Lig coracoacromiale (van acromion naar procc. coracoideus)
Lig. acromioclaviculare (van acromion naar clavicula)
Lig. trapezoideum (van procc. coracoideus naar clavicula)
Lig. conoideum (van procc coracoideus naar clavicula)

Lig trapezoideum en lig. conoideum vormen samen lig. coracoclaviculare

40
Q

Welke ligamenten lopen er rond het art. humeri + van waar naar waar lopen ze?

A

Lig. glenohumerale superior (van humerus naar cavitas)
Lig. glenohumerale medialis (van humerus naar cavitas)
Lig. glenohumerale inferior (van humerus naar cavitas)
Lig coracohumerale (van humerus naar procc coracoideus)

41
Q

Wat remt het lig. glenohumerale superior?

A

Exorotatie

42
Q

Wat remt het lig. glenohumerale mediale?

A

Abductie + Exorotatie

43
Q

Wat remt het lig. glenohumerale inferior?

A

Abductie + Exorotatie

44
Q

Wat remt het lig. coracohumerale?

A

Anteflexie (posteriore lig)

Retroflexie (anteriore lig)

45
Q

Wat remt het lig. coracoacromiale?

A

Beschermt het schoudergewricht

46
Q

Wat remt het lig. acromioclaviculare?

A

Stabiliteit van het AC-gewricht (horoznotale stabiliteit omdat het lig. horozontaal loopt)

47
Q

Wat remt het lig. conoideum?

A

Stabilisatie

48
Q

Wat remt het lig. trapezoideum?

A

Stabilisatie

49
Q

Wat remt het lig. sternoclaviculare anterius?

A

Retractie

50
Q

Wat remt het lig. costoclaviculare?

A

Elevatie, protractie

51
Q

Wat remt het lig. sternoclaviculare posterius?

A

Protractie