Algemene aspecten van een onsteking Flashcards

1
Q

Immuunsysteem wordt geactiveerd door (2)

A

Virussen/bacterieën (PAMP)

dode cellen/weefselschade (DAMP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De DAMP en PAMP worden … door de … . En deze gaan dan …

A

gesensed door de immuuncellen in weefsel

-> trekken neutrofielen/macrofagen aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ontsteking is niet alleen om …. maar ook is ook intrinsiek verbonden met … en ook om …

A

Bacteriën en virussen te neutraliseren
Weefselherstel
Debris op te ruimen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ontstekingsreactie gaat gepaard met … die op zijn beurt ook weer ontstekingsreactie zal geven

A

plaatjesactivatie / activatie stollingscascade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geïntegreerde visie op inflammatie: de 5 R’s

A
recognize
recruit
remove
regulate
repair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

The “recognize” wordt uitgevoerd door

A

Sentinel/ afweercellen in weefsel:

  • macrofagen
  • dendritische cellen
  • mastcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij de recruit zullen de …

A

sentinelcellen chemokines produceren die zorgen voor:

  • vasodilatatie en verhoogde vasculaire permeabiliteit
  • recrutering van leukocyten uit bloedbaan (fagocyteren MO’s, debris opruimen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De inflammatie is bedoeld om de stimulus te … (3)

A

vernietigen
verdunnen
af te kapselen (fibrose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mensen met een NADPH-oxidase deficiëntie hebben …

A

een chronische granulomateuze ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doet NADPH-oxidase?

A

Vorming van “bleekwater” in neutrofielen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Als een ontsteking langer dan 3 weken duurt noemen we deze … of …

A

subacuut

chronisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ontsteking kan niet op het niveau van de …

A

cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ontsteking is altijd ter hoogte van …

A

orgaan
weefsel (deel) / orgaanonderdeel
één van de kiemcellagen (endothelitis/ epithelitis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een PMN?

A

Polymorfonucleair neutrofiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn eigenschappen van een abces?

A
Veel necrose van PMN's
NETosis
liquefactie
vorming van fibreus kapsel
slechte vascularisatie
anaeroob milieu (voedingsbodem voor bacteriën)
AB raken er niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Jicht is een vorm van … op een …

A

steriele ontsteking op een endogene stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De jichtkristallen zorgen voor een activatie van de …

A

neutrofielen

18
Q

Hielspoor is

A

plantaire fascitis

19
Q

Inflammatie triggers van niet -steriel naar steriel

A
  • Infecties en microbiële toxines
  • Microbiele dysbiosis
  • Auto-immunziekten (bv. RA/SLE)
  • Allergische aandoeningen (astma/eczeem)
  • Fysische of chemische schade
  • Biomechanische stress
  • ‘Vreemd’ materiaal (asbestvezel)
  • Necrotische of necroptotische celdood
  • Ischemie bij myocardinfarct
  • Kristal-geïnduceerd
  • Genetische auto-inflammatoire syndromen
  • Idiopathisch
20
Q

De algemene functie van fysiologische ontstekingreactie

A

onmiddellijk:

  • VD met stase van het bloed (leukocyten knn rollen op wand) -> rubor, calor
  • endotheelpermeabiliteit vergroot (cellen en mediatoren kunnen uittreden)
  • vocht kan uittreden = oedeem/tumor
  • stollingactivatie: schade indijken + voorlopige barrière
  • activeren innate: complement + killing en fagocytose door neutrofielen, macrofagen, NK-cellen
21
Q

Wat is de latere respons bij een immuunreactie?

A

Systemische activatie (koorts, anorexie,…)
Activatie adaptief immuunsysteem
Reactie beginnen afremmen = regulate
Activatie van granulatieweefsel en re-epithelisatie

22
Q

Inflammatie is dus gekenmerkt door 2 fasen

A
  1. vasculaire fase

2. cellulaire fase

23
Q

Welke stoffen zorgen voor een retractie van endotheliale cellen?

A
  • histamine
  • leukotriënen
  • bradykinine
24
Q

Exsudaat kan ontstaan bij (ovv endotheel)

A

retractie
beschadiging
nieuwgevormd bloedvat zonder intercellulaire juncties

25
Q

Maligne pleuravocht kan ontstaan door

A
  • abnormale angiogenese
  • inflammatie van de bloedvaten
  • obstructie lymfedrainage
26
Q

Welke soorten exsudaat?

A
  • sereus (veel vocht, beetje EW)
  • fibrineus ( veel EW, fibrine, verkleving)
  • purulent (veel EW, pus)
  • serosangineus (bloed bij)
  • fibropurulent (verklevingen + pus)
27
Q

Welke 4 soluble pathways worden geactiveerd tijdens de exsudatiefase?

A

Coagulatie systeem
Fibrinolytische systeem
Complement systeem
Bradikinine systeem

=> de 4 systemen activeren en reguleren elkaar

28
Q

Complement is belangrijk bij inflammatie en stolling omdat…

A

werken met anaphylatoxines (C3a en C5a), die ontstekingscellen naar weefsels trekken. (macrofagen en neutrofielen hebben een C5a-receptor)

29
Q

Waardoor kan het complementsysteem worden geactiveerd?

A
MO's
CRP
immuuncomplexen
antistoffen
dode cellen
30
Q

Oxidatieve stress wordt veroorzaakt door

A

hypochloriet
peroxynitriet

(uit neutrofielen)

31
Q

Oxidatieve stress veroorzaakt

A

oxidatie van EW/DNA
activatie proteolyse (MMP)
peroxidatie van celmembraan
activatie transcriptiefactoren

32
Q

Netosis wordt in gang gezet door

A

gefrustreerde fagocytose

bv. bij grote immuuncomplexen, kristallen

33
Q

Netosis geeft

A

grote schade!

-> covid19, vaculitis, jicht

34
Q

Netosis geeft aanleiding tot…

A

de vorming van auto-antilichamen tegen

  • dsDNA (lupus)
  • gecitrulineerde histonen (RA)
  • myeloperoxidase (anca geassocieerde vasculitis)
35
Q

Welke twee types ontstekingsmediatoren?

A
  1. opgeslagen in effectorcellen: komen onmiddellijk vrij

2. worden nieuw aangemaakt

36
Q

Welke cellen stellen onmiddellijk ontstekingsmediatoren vrij? Welke?

A
  • mastcellen -> histamine
  • neutrofiel/ macrofaag -> lysosomale enzymes en NET’s
  • bloedplaatje -> serotonine/ATP
37
Q

Welke ontstekingsmediatoren worden nieuw aangemaakt?

A
PG's
leukotriënen
complementfactoren
chemokines
cytokines (IL, TNF)
ROS
NO
38
Q

Waardoor herken je patiënt met ontsteking (koorts, CRP, leukocytose)

A

cytokines (IL, TNF)

39
Q

… kunnen zowel lokaal als systemisch werken en zijn doel voor steroiden en biologicals

A

cytokines

40
Q

Door cytokines herken je een patiënt …

A

met inflammatie: koorts, leukocytose, CRP