8. Unconscious Goal Pursuit Flashcards

1
Q

Hoe worden beloningen verwerkt als het gaat om performance/goal pursuit?

A
  1. Eerst ‘initial processing’ buiten bewustzijn in rudimentaire subcorticale structuren – vooral het striatum. Dit genereert informatie voor verdere overweging. Het faciliteert taakprestaties direct door de ‘moeite’ te stimuleren om het doel te behalen.
  2. Daarna ‘full processing’, vooral in de cortex. Nu worden mensen pas bewust van keuze en kunnen ze eventueel nog bewuste strategische aanpassingen maken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe vindt rudimentary processing plaats?

A

In vooral het striatum; de activiteit hier weerspiegelt de waarde van de stimulus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe vindt full processing plaats?

A

In de mediale prefrontale cortex wordt het signaal geintegreerd om strategische keuzes te maken.
In de ACC vindt executieve controle plaats over het gedrag.
In de dPFC wordt actief de waarde van de beloning over de tijd bijgehouden.
Deze hogere gebieden zijn nodig voor het controleren en coordineren van hersenprocessen die anders los van elkaar zouden werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kan het nadeel zijn van full processing?

A

Dat er teveel opties overwogen worden en men afgeleid raakt door een bepaald onderdeel van de taak/beloning. Daardoor kan men slechter presteren in full processing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de invloed van subliminale cues?

A

Ze kunnen afleiden van de originele taak. Mentale moeite wordt afgestemd op de taak bij subliminale cues, en de beloning wordt gebruikt om te bepalen hoeveel moeite er wordt gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kan priming de prestaties beinvloeden?

A

Priming met ‘prestatie’ leidt daadwerkelijk tot betere prestatie, bijvoorbeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de rol van het bewustzijn in het leiden van gestuurd gedrag?

A

Waarschijnlijk maar een beperkte rol. Het lijkt vooral te liggen bij de ‘doelen’ en de ‘aandacht’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke twee aandachtsprocessen zijn er?

A

Bottom-up / exogeen: aandachtsprocessen die onvrijwillig zijn.
Top-down/ endogeen: vooral aandachtsprocessen. Hier komen doelen om de hoek kijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Van welke twee elementen van aandacht is de prestatie afhankelijk?

A

Stabiliteit of focus, en flexibiliteit.
Deze zijn antagonistisch, en moeten gebalanceerd zijn voor de beste prestatie.
Flexibele actie wordt gerealiseerd door subcorticale output van dopamine naar de PFC.
Aandacht wordt gerealiseerd doordat de ACC de locus coeruleus stimuleert. Deze geeft dan norepinephrine af richting de PFC.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de verklaring voor het feit dat gebieden die geassocieerd zijn met bewustzijn ook actief zijn bij goal pursuit en aandacht?

A

Misschien zijn deze gebieden gewoon gecorreleerd met bewustzijn maar is de relatie niet absoluut.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly