4.3 bacteriën en schimmels Flashcards

Bacteriën en schimmels

1
Q

Bacteriën en schimmels zijn…..

A

micro-organismen
(micro betekent klein)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bacteriën kan je alleen zien met een ….

A

elektronenmicroscoop.
je moet de bacterie minimaal 1000x vergroten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De chromosomen van een bacterie liggen los of vast in het cytoplasma?

A

los

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doen bacteriën met hun zweepharen?

A

Hiermee kunnen ze zich bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe planten bacteriën zich voort?

A

Door celdeling
Een bacterie deelt zich in 2 kleine bacteriën, deze groeien tot ze even groot zijn als de oorspronkelijke bacterie. Vervolgens gaan zij zich ook weer delen. Een bacterie kan zich elk halfuur delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

VB eencellige schimmel

A

gist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De meeste schimmels zijn eencellig of meercellig?

A

Meercellig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zien schimmels eruit

A

Ze bestaan uit lange dunne draden : schimmeldraden.
Deze draden bestaan uit meerdere cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorbeeld meercellige schimmels

A

schimmel op brood of op schimmelkaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe planten eencellige schimmels zich voort

A

Door celdeling, het vindt plaats door knopvorming. De gistcel vormt een knop die zich afsplitst. De knop bevat een kopie van alle chromosomen van de schimmelcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe planten meercellige schimmels zich voort

A

Door middel van sporen.
Dat zijn cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan.
Bij de meest ontstaan de sporen aan de uiteinde van de schimmeldraden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn paddestoelen

A

Dat zijn vruchtlichamen van een meercellige schimmel, in de paddenstoelen vormen zich de sporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

reducenten

A

organismen die dode resten afbreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bepaalde soorten bacteriën kunnen ziekten veroorzaken, hoe noem je dit?

A

een bacteriële infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voorbeelden bacteriële infectie

A

longontsteking, blaasontsteking, krentenbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kun je doen tegen een bacteriële infectie

A

antibiotica

17
Q

Voorbeeld schimmelinfectie

A

zwemmerseczeem.

18
Q

Hoe behandel je schimmelinfectie

A

antimycotica

19
Q

Waar worden bacteriën voor gebruikt

A
  • yoghurt en zuurkool te maken
  • maar ook voor geneesmiddelen, voedingsstoffen, hormonen en wasmiddel.
20
Q

Welke geneesmiddel door bacteriën gemaakt

A

-insuline ( voor diabetes)

21
Q

Welke voedingsstof door bacterie gemaakt

A

aspartaam ( zoetstof)

22
Q

Welk medicijn door schimmels gemaakt

A

penicilline ( door de penseelschimmel)

23
Q

Welke voedingsmiddelen worden schimmels gebruikt

A

brood, bier en wijn ( gist)