2 Evolutionaire druk vormt het leven Flashcards
organisme
een levend wezen met eigen metabolisme
een bacterie of boom
niet een spiercel of arm, die zijn deel van een organisme
ecosysteem
alle wisselwerkingen tussen alle organismen en de abiotische omgeving binnen een zeker begrensd gebied
populatie
een groep organismen van dezelfde soort die niet in tijd/plaats van elkaar gescheiden zijn en dus iig theoretisch met elkaar een voortplantingsgroep kunnen vormen
evolutionaire druk
individuen met bepaalde eigenschappen die een voordeel bieden, hebben een grotere kans voort te planten en deze eigenschappen door te geven. leidt tot het behouden van gunstige eigenschappen en dat verbeteringen zich relatief snel verspreiden binnen de populatie
ook wel selectiedruk
wat voor eigenschappen dragen bij aan de langetermijnreactie van de soort (en het ecosysteem) op de selectiedruk?
alleen erfelijke eigenschappen die aan volgende generaties worden doorgegeven
wat is de kleinste afzonderlijke eenheid van het erfelijk materiaal?
een gen
waar is een gen uit opgebouwd?
DNA en dat is weer opgebouwd uit nucleotiden
waar leven bacteriën die mensen met zich meedragen van?
het voedsel dat mensen eten en dood menselijk restmateriaal, zoals dode cellen
hoe wordt vitamine K gemaakt?
bacteriën synthetiseren belangrijke verbindingen zoals vitamine K in ons lichaam
kan de mens als metaorganisme beschouwd worden?
ja, er is een wederkerige interactie tussen de mens en de bacteriële flora
welke twee dingen doen bacteriën in het menselijk lichaam nog meer, naast belangrijke verbindingen synthetiseren?
- bacteriën maken bv. ook voedingsstoffen vrij uit anders onverteerbare dieetbestanddelen, zoals plantenvezel
- bacteriën maken moleculen aan die de fysiologie van de gastheer kunnen beïnvloeden
beschrijf de extrinsieke stollingsweg van de vitamine K-afhankelijke stollingssfactoren in 5 stappen
- alle cellen, behalve het endotheel van het oppervlak v/d bloedvaten en de bloedcellen hebben weefselfactor op hun celoppervlak
- weefselfactor activeert factor VII
- factor VIIa (actief factor VII) knipt factor X en creëert het geactiveerde factor Xa
- factor Xa knipt protrombine -> actieve trombine
- trombine knipt fibrinogeen -> fibrinedraden van het bloedstolsel
factor VIIa, Xa, trombine moet vitamine K binden om actief te zijn
hierdoor kunnen bv. mensen met een verstoorde darmflora stollingsproblemen krijgen
wat wordt naast DNA doorgegeven binnen een populatie? (twee dingen)
- gedragingen
- micro-organismen
selfish gene-concept
genen kunnen ook worden doorgegeven als ze een nadelig effect hebben op een individu, maar een voordelig effect op de soort als geheel
centrale dogma biologie
informatie wordt van DNA naar RNA en vervolgens naar eiwitten doorgegeven, waarbij eiwitten de uitvoerende componenten zijn