1.3 Flashcards

1
Q

Kernbegrippen

A

Om de verschillen in de samenleving te begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarden

A

Zijn dingen die belangrijk zijn in het leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Normen

A

Regels over hoe jij en andere zich moeten gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geschreven regels

A

Niet pesten, niet discrimineren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ongeschreven regels

A

Op je beurt wachten, ouderen met u aan spreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Belang

A

Voordeel dat je ergens bij hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Macht

A

Mogelijkheid om je gedrag te beïnvloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Machtsmiddelen

A
  • je beroep
  • kennis
  • status
  • overtuigingskracht
  • media
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sociale ongelijkheid

A

Niet iedereen heeft de dezelfde kansen in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly