1 - Thoracale heelkunde Flashcards

1
Q

Waaruit bestaat de behandeling van ribfracturen?

A

Voldoende pijnstilling (NSAID of pijnpom) vanwege het risico op pijngebonden ademhalingsinhibitie. Soms wordt een ribfixatie uitgevoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn complicaties van ribfracturen?

A
  • Hemo- of pneumothorax
  • Hypoventilatie
  • Indien 1e rib: aortatrauma
  • Indien lage ribben: trauma intra-abdominale organen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de oorzaak van een flail chest of fladderthorax?

A

Een fractuur van opeenvolgende ribben op twee plaatsen, waardoor een deel van de thoraxwand los komt te liggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit bestaat de behandeling van een flail chest?

A

Indien respiratoire insufficiëntie optreedt, is kunstmatige ventilatie aangewezen. Vaak worden de ribben gefixeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarvoor moet men oppassen bij een sternumfractuur?

A

Myocardcontusie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat de behandeling van sternumfracturen?

A

Vooral pijnstilling, zelden fixatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat de behandeling van een hemothorax?

A

Thoraxdrain of thoracotomie bij belangrijk of persisterend bloedverlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zie je op Rx bij een spanningspneumothorax?

A

Een mediastinale shift.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer wordt een thoraxdrain geplaatst?

A
  • Belangrijke hemothorax en pneumothorax
  • Spanningspneumothorax
  • Pneumothorax tijdens beademing
  • Gecompromitteerde patiënten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de symptomen van een longcontusie?

A

Bloederige secreties en respiratoire insufficiëntie. De symptomen komen vaak slechts na 24-48u.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de oorzaken van verminderde zuurstofuitwisseling bij longcontusie?

A
  • Alveolaire ruptuur met extravasatie van vocht en bloed
  • Gelokaliseerde atelectase
  • Verhoogde sputumproductie
  • Verminderde longelasticiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaruit bestaat de behandeling van een longhematoom?

A

Een longhematoom herstelt spontaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat de behandeling van een trauma van het diafragma?

A

Operatief herstel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de symptomen van traumata van trachea en bronchus?

A
  • Subcutaan emfyseem
  • Pneumomediastinum en/of -thorax
  • Hemoptoe
  • Massieve luchtlekkage
  • Atelectase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaruit bestaat de behandeling van traumata van bronchus en trachea?

A

Suturen en antiobiotica (wegens risico op mediastinitis).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een pectus excavatum?

A

Een impressie van het sternum en de lagere ribkraakbenen. Het manubrium en de eerste ribben zijn normaal. Het neemt toe in de adolescentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke behandelopties bestaan er voor een pectus excavatum?

A
  • Vacuum bell (zuignap)
  • Nuss procedure: titanium bar achter het sternum, 3j ter plaatse
  • Modified Ravitch procedure: resectie ribkraakbeen met repositie sternum
18
Q

Wat is een pectus carinatum?

A

Een protrusie van het sternum. Het komt vaker asymmetrisch voor, maar is minder frequent dan een pectus excavatum.

19
Q

Welke behandelopties bestaan er voor een pectus carinatum?

A
  • Thoracale brace: op jonge leeftijd
  • Abramson procedure: bar voor het sternum
  • Ravitch procedure: resectie kraakbeen met repositie sternum
20
Q

Juist of fout?

Thymomen zijn de meest voorkomende mediastinale tumoren bij kinderen.

A

Fout, het zijn de meest voorkomende mediastinale tumoren bij volwassenen. Bij kinderen zijn ze zeldzaam.

21
Q

Waar liggen thymomen?

A

In het anterieur mediastinum.

22
Q

Met welk syndroom zijn thymomen geassocieerd?

A

Myasthenia gravis.

23
Q

Waaruit bestaat de behandeling van thymomen?

A

Resectie. Indien primaire resectie niet mogelijk is, wordt chemo- of radiotherapie gegeven.

24
Q

Waaruit ontstaan kiemceltumoren? Waar situeren ze zich?

A

Uit primordiale kiemresten die de migratie naar de gonaden niet hebben voltooid. Ze liggen meestal in het anterieure mediastinum, zelden in het posterieure.

25
Q

Hoe worden kiemceltumoren behandeld?

A

Door chemotherapie en/of resectie.

26
Q

Welk type mediastinale cyste wordt wel sowieso gereseceerd?

A

Het bronchogene type gezien daar kans op ontaarding bestaat.

27
Q

Wat is de meest frequente mediastinale tumor bij kinderen? Waaruit ontstaan ze?

A

Neurogene tumoren: ze ontstaan uit de truncus sympathicus of intercostaalzenuwen en liggen dus posterieur in het mediastinum.

28
Q

Zijn neurogene tumoren goed- of slechtaardig?

A

Ze zijn in regel goedaardig maar kunnen wel ontaarden. Daarom worden ze gereseceerd.

29
Q

Waar bevinden lymfomen zich meestal?

A

In het bovenste anterieure mediastinum.

30
Q

Welk beleid wordt gehanteerd bij lymfomen?

A
  • Chirurgische biopsie om diagnose te bevestigen
  • Chemotherapie en radiotherapie als behandeling
31
Q

Hoeveel kan je maximaal wegnemen van de trachea in kader van een tracheastenose?

A

4 centimeter.

32
Q

Wat zijn de voor-en nadelen van een wigresectie in het kader van longtumoren?

A
  • Voordeel: minimaal verlies aan functioneel weefsel
  • Nadeel: meer kans op lokaal recidief bij NSCLC
33
Q

Wat zijn de voordelen van een segmentectomie in het kader van longtumoren?

A
  • Beperkt verlies aan functioneel longweefsel
  • Oncologisch correcte ingreep voor kleine NSCLC
34
Q

Wat zijn de indicaties voor het uitvoeren van een segmentectomie in het kader van longtumoren?

A
  • Kleine (perifere) longtumoren (< 2cm) zonder lymfeklieraantasting
  • Patiënt met slechte longfunctie
  • Metastase
35
Q

Wat zijn de voordelen van lobectomie in het kader van longtumoren?

A
  • Betere lange-termijn resultaten dan wigresectie
  • Betere morbiditeit en mortaliteit dan pneumonectomie (2% vs. 5-8%)
36
Q

Wat is een indicatie voor pneumonectomie?

A

Tumoren die niet d.m.v. een lobectomie volledig kunnen worden verwijderd.

37
Q

Wat zijn indicaties voor mediastinoscopie?

A

Staging van longcarcinomen en biopten van mediastinale klieren in bereik van de mediastinoscoop.

38
Q

Wat zijn indicaties voor thoracoscopie?

A
  • Diagnostische ingrepen
  • Resectie benigne letsels
  • Oncologische resecties
  • Hemo- en pneumothorax, empyeem
39
Q

Wat zijn de voordelen van thoracoscopie?

A

Het is minder invasief en minder pijnlijk dan een open ingreep.

40
Q

Ter hoogte van welke intercostaalruimtes wordt een thoracotomie uitgevoerd?

A

T.h.v. de 4e, 5e of 6e IC.

41
Q

Wat zijn indicaties voor thoracotomie?

A
  • Wanneer thoracoscopische behandeling niet mogelijk is
  • Longresectie: complex bronchuscarcinoom, uitgebreide metastasen, infecties, trauma
  • Mediastinale tumoren
42
Q

Wat zijn indicaties voor sternotomie?

A

Hartchirurgie, anterieure mediastinale tumoren en bilaterale longafwijkingen.