... Flashcards

1
Q

Directe lichtbron:

A

Omdat een lamp zelf licht geeft, is het een directe lichtbron. Net zoals de zon en een brandende kaars.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Indirecte lichtbron:

A

Als je iets pas ziet als er licht op valt. Doordat een deel van het licht weerkaatst naar je ogen, kun je het zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diffuus teruggekaatst:

A

Dat het licht dat op iets valt, in alle richtingen wordt weerkaatst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Lichtstralen:

A

Lichtstralen zijn recht, want licht beweegt langs rechte lijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Schaduw maken:

A
  1. Teken de randstralen (de lichtstralen die net niet door het voorwerp worden tegengehouden).
  2. Arceer het gebied tussen deze randstralen, dit is de schaduw van het voorwerp.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Spiegels:

A

Een spiegel bestaat uit een glasplaat waarop een dun laagje metaal is aangebracht. Het metaal weerkaatst ongeveer 80% van het opvallende licht. Omdat het metaal erg glad is, wordt het licht niet diffuus weerkaatst, maar spiegelend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Spiegelende terugkaatsing:

A

Als het licht die uit één richting komt, wordt het ook in één richting teruggekaatst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De normaal lijn:

A

Dat is een lijn die loodrecht op de spiegel staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De hoek van inval (∟i):

A

De hoek dat het licht op het voorwerp valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De hoek van terugkaatsing (∟t):

A

De hoek dat het licht van het voorwerp wordt terugkaatst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De Spiegelwet:

A

Met behulp van de spiegelwet kun je tekenen hoe een lichtbundel door een vlakke spiegel wordt teruggekaatst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Virtueel beeld:

A

Een spiegelbeeld wordt een vb genoemd. Dat betekent dat het beeld niet echt is: het lijkt wel alsof er achter de spiegel iets is, maar er is niets.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tekenen van een spiegelbeeld:

A
  1. Teken punt ‘P’ (het spiegelbeeld van de lichtbron ‘p’).
  2. Teken twee lichtstralen vanuit ‘P’ naar de randen van de spiegel.
  3. Teken de teruggekaatste lichtstralen alsof ze uit ‘p’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gezichtsveld:

A

Het gezichtsveld is het gebied dat je via de spiegel kunt zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly